Standpunt Groen Gavere i.v.m. Procedure bouw nieuwe Sporthal van € 7.000.000

22 Oktober 2020

Standpunt Groen Gavere i.v.m. Procedure bouw nieuwe Sporthal van € 7.000.000

SPORTHAL Gavere: procedure aanbesteding Sporthal van € 7.000.000

SPORTHAL Gavere

Wij zijn het over één punt eens: onze bevolking verdient een degelijke sporthal en dit zo snel mogelijk!

Hierbij lichten wij graag ons standpunt toe over het agendapunt gemeenteraad 19/10/2020, punt 17 : goedkeuren “lastvoorwaarden”. Standpunt fractie Groen

We blijven bij onze vroeger geuite reserves over:

(1) de keuze van het CBS om de sporthal te vestigen aan de Sportdreef, zonder mogelijke alternatieve vestigingsplaatsen ernstig te willen onderzoeken;

(2) de gekozen aanbestedings- en gunningsprocedure.

Omdat dit nu eenmaal voldongen feiten zijn, richten we onze aandacht op de thans voorliggende “lastvoorwaarden”.

Daarin verdienen vijf items onze aandacht:

1. Beoordelingscommissie: we hebben geen enkel zicht op de samenstelling van deze commissie. Het CBS krijgt hier volledig vrij spel en geeft geen duidelijkheid over de gehanteerde criteria. We weten wel dat er zowel interne als externe deskundigen aan de commissie kunnen worden toegevoegd.

De democratische controle van de gemeenteraad ontbreekt hier volledig. De commissie heeft ook enkel adviserende bevoegdheid: de uiteindelijke toewijzing van de opdracht zal gebeuren door het college! Dit vormt voor ons een ernstig obstakel om deze lastvoorwaarden goed te keuren.

2. Een ander heikel punt is de omgevingsaanleg (zowel het budget als de aanleg zelf). Enkel “onmiddellijk aangrenzende omgevingsaanleg” maakt deel uit van het bestek en zit dus vervat in het geplafonneerd budget van 7 miljoen euro. “Onmiddellijk aangrenzend” wordt op p. 34 bestek omschreven als “inherent noodzakelijk voor het vlot en veilig functioneren van het nieuwe gebouw”. Mogen we er vanuit gaan dat dit vooral betrekking heeft op toegangswegen voor gebruikers en leveranciers – maar zijn die dan b.v. voorlopig of definitief?

Voor de “ruimere omgevingsaanleg” wordt er wel heel veel vrij spel gelaten, zowel aan de “gegadigden” als aan het bestuur (CBS) zelf:

  • Van de gegadigden wordt verwacht dat ze “een principeschets” indienen. Enkel die “principeschets” maakt deel uit van de geplafonneerde offerte.
  • Het CBS krijgt vervolgens als opdrachtgever volledig vrij spel: het kan die schets al of niet weerhouden voor verdere uitwerking van de ruimere omgeving. Bovendien kan het CBS ervoor kiezen om de opdrachtnemer al of niet de ruimere omgevingsaanleg verder in detail te laten uitwerken én uitvoeren op basis van een nieuwe offerte, waarvan de kost dus niét begrepen zit in de geplafonneerde all-in prijs van 7 miljoen.
  • Men heeft momenteel dus geen enkel zicht op de uiteindelijke kostprijs van het project, ook al hanteert men zogenaamd een all-inprijs. We hebben er compleet het raden naar hoe hoog de kostprijs voor de “ruimere omgevingsaanleg” zal oplopen.

 

3. De beheersbaarheid van de latere exploitatiekosten. Daar hebben we momenteel totaal geen zicht op. Er is geen enkele inschatting of simulatie gemaakt van de exploitatiekosten eens de sporthal operationeel zal zijn. Er moeten daarin nog heel wat keuzes gemaakt worden. Op de commissiezitting gaf de schepen te kennen dat men denkt aan een conciergefunctie van twee halftimes. Over de uitbating van de cafetaria is er nog helemaal niets bekend. Voor energie- en onderhoudskosten moeten we het doen met enkele algemene bepalingen rond duurzaamheid en onderhoudsgemak van materialen en installaties, en de recuperatie van water en energie. Dit zijn op zich goede principes, maar ze geven ons nog altijd geen enkel idee over de reële kost. We onthouden van de commissiezitting wel dat men wel CO2-neutraliteit nastreeft, maar momenteel energieneutraliteit te hoog gegrepen vindt. De onduidelijkheid rond exploitatiekosten is een derde obstakel om ons achter dit bestek te kunnen scharen.

4. Het prijscriterium: men gaat er in het bestek van uit dat dit eigenlijk een bijkomstig criterium is, gezien men toch al vertrekt van een all-in geplafonneerde prijs waarvan men verwacht dat alle gegadigden er dichtbij zullen scoren. Dit is natuurlijk een self-fulfilling-profecy: als je de gegadigden het signaal geeft dat ze tot 7 miljoen vrij spel hebben en dat de prijskorting nauwelijks een rol zal spelen, dan gaan ze zich daar natuurlijk ook naar richten. We begrijpen dat men naast prijs ook belang hecht aan meer inhoudelijke en kwalitatieve gunningscriteria, maar met de formule die het bestek nu bevat, neutraliseert men in feite het prijscriterium volledig. Vanuit het oogpunt van budgetbeheersing vinden wij dit een foute keuze. Hier komt ook nog het feit bij dat men NAAST de all-in prijs ook nog een uitgave van 15.000 euro per gegadigde inschrijver voorziet om de niet-weerhouden gegadigden te vergoeden voor hun inspanning om een offerte op te stellen.

5. Archeologie: ondanks vermoedens rond de aanwezigheid in de (diepere) bodem van restanten van de fameuze vroeg-middeleeuwse “burcht van Gavere”, beslist de archeologienota toch dat er bij deze werken zeer waarschijnlijk geen belangrijke archeologische vondsten zullen opduiken. We aanvaarden de conclusie van de deskundigen, ook al zou dit wel eens kunnen betekenen dat we hiermee een historische kans missen om nog resten van onze fameuze burcht naar boven te halen...

Conclusie: hoewel wij voorstander zijn van de realisatie van een degelijke moderne sporthal voor onze bevolking, moeten wij vaststellen dat dit bestek onvoldoende aan meerdere essentiële bekommernissen tegemoet komt.